1. Daar was een sneeuwwit vogeltje (bis) Al op een stekendorentje, din, don, deine, Al op een stekendorentje, din, don, don. 2. Wilt gij niet mijne bode zijn ? (bis) Ik ben te klein een vogelkijn, din, don, deine, Ik ben te klein een vogelkijn, din, don, don. 3. Zijt gij maar kleine, gij zijt snel, (bis) Gij weet de weg ? Ik weet hem wel, din, don, deine, Gij weet de weg ? Ik weet hem wel, din, don, don. 4. Hij nam de brie in zijnen bek, (bis) En vloog er mee al over 't hek, din, don, deine, En vloog er mee al over 't hek, din, don, don. 5. Hij vloog tot aan mijn zoet liefs deur: (bis) En slaap j'of waak j'of zijt gij dood ? din, don,deine En slaap j'of waak j'of zijt gij dood ? din, don, don. 6. 'k En slape of 'k en wake niet, (bis) Ik ben getrouwd al een half jaar, din, don, deine, Ik ben getrouwd al een half jaar, din, don, don. 7. Zijt gij getrouwd al een half jaar ? (bis) Het dachte mij wel duizend jaar, din, don, deine, Het dachte mij wel duizend jaar, din, don, don. |
| Deutsche Volkslieder
| Ahnenforschung
| Ferienaufenthalt
| Folksongs
| Hymns
| Genealogy
| Pacific Holiday
| HOME PAGE
| SEARCH
| Email
| Bridge
| Forum
|