De Geuzen sijn in Bomlerweert gevallen, Zij hebben mijn ontnomen met haer allen Een hupse schans en daartoe sterck van mueren; 't Is een qua kans voor mij, die 't moet besueren. Want met dees schans seer fel Meend' ik te winnen 't spel, Dit was oock al mijn meening Maer 't is nu al crackeel, Want nullo is mijn deel, Dat mij brengt in vercleening. |
Omdat Nassau als een stout helt bevonden Hollant getrou wil sijn tot allen stonden, Die met geweld mijn volck daer quam bestrijden, 't Welck mij seer quelt; nochtans ick moetet lijden, Ick wilde wel voorwaar Dat dese schans aldaer Noijt en ware begonnen! Want 't spel heb ick geroct, Maar de Geus seer verstoct, Die heeft het afgesponnen. |
Mijn vreucht verdwijnt, courage loopt verloren, Maar siet het schijnt, ick bender toe geboren; Ick heb den strick voor anderen gehangen, Maar nu ben ick daer selver in gevangen! Och wat sal ick gaen doen! 't Hart sinct my in de schoen, Door angst ben ick verslagen! Elc roept met vollen crop: "De clapmuts moet haes-op!" Ai seg, wie sout verdragen? |
| Deutsche Volkslieder
| Ahnenforschung
| Ferienaufenthalt
| Folksongs
| Hymns
| Genealogy
| Pacific Holiday
| HOME PAGE
| SEARCH
| Email
| Bridge
| Forum
|